Bekendmaking selectie kandidaturen nationale parken en landschapsparken

Een ondemocratisch proces met zware impact op land- en tuinbouw

Vandaag raakte bekend welke “kandidaat-parken” worden toegelaten tot het begeleidingstraject dat finaal zal leiden tot de erkenning van 3 bijkomende nationale parken en 3 landschapsparken. Hoewel we deze politieke afspraak niet in de weg staan, kunnen we ons niet verzoenen met de manier waarop het parkenverhaal de afgelopen maanden werd uitgerold, namelijk zonder enig regelgevend kader en zonder enige betrokkenheid van de sector. Bovendien is de mogelijke impact van deze parken op bestaande land- en tuinbouwactiviteiten, zeker voor wat betreft de nationale parken, te groot.  Vooral de provincies Antwerpen en Limburg worden zwaar getroffen.
Vandaag werd bekendgemaakt welke kandidaat-parken door gaan naar de volgende ronde, het begeleidingstraject. De geselecteerde kandidaturen krijgen via dit begeleidingsbudget één jaar de tijd om een masterplan en operationeel plan op te maken. De definitieve erkenning  van de 3 bijkomende nationale parken en 3 landschapsparken is voorzien voor 2023. 

Boerenbond betreurt ten zeerste de ondemocratische wijze waarop dit proces zich uitrolt. In de plaats van een regelgevend kader op te maken, opteerde bevoegd minister van Omgeving Zuhal Demir ervoor, om zonder enige afstemming, een projectoproep met subsidies hieromtrent te lanceren. “Beleid via projectwerking dus”, hekelt de voorzitter van Boerenbond, Sonja De Becker.

Wetgevend kader ontbreekt

Bij gebrek aan een duidelijk wetgevend kader, is het niet duidelijk welke maatregelen worden nagestreefd in deze parken en welke concrete gevolgen dit gaat hebben voor de bestaande land- en tuinbouwactiviteiten. Dit wordt in handen gelegd van de lokale gebiedscoalities die in de mogelijkheid zullen zijn om - naar eigen goeddunken en naast alle Vlaamse sectorale regelgeving (MAP, PAS, natuur en onroerend erfgoed, …) die al zware druk op de sector legt - ook nog een bijkomend “lokaal” beleid te gaan nastreven waarvan de implicaties ongekend zijn.

“Van in het begin hebben we aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met de methodiek van ‘projectwerking’. We hebben meermaals aangedrongen op de opmaak van een Vlaams kader waarbij duidelijke afspraken zouden worden vastgelegd in overleg met de verschillende Vlaamse administraties en met het middenveld. Onze vraag viel evenwel in dovemansoren.”, luidt de kritiek van voorzitter Sonja De Becker. “Minister Demir besloot éénzijdig om de projectoproep te lanceren zonder enige verdere democratische onderbouwing of verantwoording.” Ook elke afstemming met de land- en tuinbouwsector ontbreekt: noch de landbouworganisaties, noch het Departement Landbouw en Visserij werden hierover geconsulteerd, terwijl de gevolgen wel door de land- en tuinbouwsector zullen moeten worden gedragen.

De vooropgestelde doelstellingen rond deze parken zijn zeer ambitieus: er wordt een te grote impact verwacht, zeker voor wat betreft de land- en tuinbouwbedrijven die binnen de perimeter van een nationaal park zullen gelegen zijn. Over een termijn van 20 jaar moet de natuurkern van een nationaal park immers worden uitgebreid tot 10.000 ha. In het kleine versnipperde Vlaanderen is dat onmogelijk te realiseren zonder impact op de bestaande land- en tuinbouwactiviteiten. Naast een ruimtelijke impact vrezen we ook een mogelijke impact op de vergunningverlening en op de teeltvrijheid en de vrijheid van exploitatie. Om al deze bovenstaande redenen besliste Boerenbond om geen steun te verlenen aan de nationale parken, tenzij ons eisenpakket zou worden gevalideerd. De houding van Boerenbond vond alvast gehoor bij verschillende lokalen en provinciale overheden. 

Ook voor wat betreft de landschapsparken heeft Boerenbond bij de verschillende gebiedscoalities de voorwaarden voor samenwerking op tafel gelegd.  We rekenen er op dat deze worden meegenomen in het verdere traject.

Antwerpen en Limburg

De beslissing van minister Demir treft voornamelijk de provincies Antwerpen en Limburg. In de provincie Antwerpen gaan maar liefst drie kandidaat-nationale parken door naar de volgende ronde: Taxandria, Kalmthoutse Heide en Scheldevallei (deels gelegen in Oost-Vlaanderen). Ook de provincie Limburg is zwaar overbedeeld met maar liefst 6 van de 13 geselecteerde kandidaturen : twee kandidaat nationale parken (Hoge Kempen en Bosland) en vier kandidaat-landschapsparken (Kempenbroek, Voeren, Haspengouw en Maasvallei). Niet geheel onverwacht is de selectie van “Brabantse Wouden” in Vlaams-Brabant als kandidaat-nationaal park. Tenslotte zijn ook Pajottenland (Vlaams-Brabant), Vlaamse Ardennen (Oost-Vlaanderen) en Zwin (West-Vlaanderen) geselecteerd voor het verdere traject als “kandidaat-landschapspark”. 

Boerenbond wenst inzage in het juryrapport om zijn leden te informeren over de redenen die aan de grondslag liggen van de gemaakte selectie.  Er zal met de betrokken structuren gekeken worden naar de verdere positionering.  We zullen er bij de lokale gebiedscoalities alvast op aandringen om op de hoogte te worden gehouden van het verdere verloop van het traject om de belangen van de land- en tuinbouwsector maximaal te blijven behartigen.