Wie moet mest verwerken?
Terug naar OnderwerpEen bedrijf kan om (een combinatie van) drie redenen verplicht zijn om mest te verwerken:
- de basismestverwerkingsplicht;
- als gevolg van een overname van NER-D’s van derden;
- als gevolg van de keuze voor 'bedrijfsontwikkeling door mestverwerking', de zogeheten NER-Dmvw’s.
Basismestverwerkingsplicht
Een bedrijf (of voor 2015 nog een bedrijfsgroep) moet een bepaald percentage van zijn stikstofoverschot verwerken. Dat stikstofoverschot is de nettohoeveelheid N uit dierlijke mest die een bedrijf produceert, verminderd met de hoeveelheid N uit dierlijke mest die het op eigen landbouwgronden mag brengen. Hoe hoog dat verwerkingspercentage is, hangt af van de gemeente waarin het bedrijf gelegen is en van de grootte van het stikstofoverschot. De Mestbank berekent jaarlijks dit percentage. Hoeft een bedrijf in een jaar minder dan 5000 kg stikstof te verwerken, dan heeft het dat jaar geen basisverwerkingsplicht. Maximaal moet 60% van het overschot verwerkt worden.
Verplichting bij overname van NER-D’s
Wie nutriëntenemissierechten overneemt van derden, kan vermijden dat de overgenomen NER-D’s met 25% gereduceerd worden door jaarlijks een bepaalde hoeveelheid bedrijfseigen mest te verwerken.
Mestverwerking bij bedrijfsontwikkeling
Bedrijven die voldoende mest verwerken, kunnen bij de Mestbank bijkomende NER-D’s aanvragen. Die NER-Dmvw’s zullen toegekend worden als je voldoet aan een heel pakket voorwaarden. Simpel gesteld hoort bij deze NER-Dmvw’s de verplichting om 125% van de gevraagde productie te verwerken.