Internationale Vrouwendag: Silke Dox staat haar mannetje

dfd

Hoewel steeds meer vrouwen aan de leiding van een landbouwbedrijf staan, is een dochter die overneemt toch nog meer uitzondering dan regel. Silke Dox, een melkveehoudster in hart en nieren, staat voltijds aan de zijde van haar vader in de melkput. Ze deed dat eigenlijk al van kinds af aan, want deze jonge dame weet van aanpakken. “Om 5 uur opstaan om te melken en daarna naar school, dat is zwaar. Ik ben blij dat ik nu voltijds op het bedrijf mag meewerken”, klinkt het vastberaden. “Nu kan ik er volledig voor gaan”, vertelde ze ons in 2020.

Hoewel we eigenlijk geen aanleiding nodig hebben om een vrouw op de cover te zetten, wilden we in de aanloop naar de Internationale Vrouwendag op 8 maart in Boer&Tuinder toch extra uitpakken met een staaltje vrouwelijk ondernemerschap. Met haar 22 jaar is Silke Dox op het eerste gezicht nog een groentje in de landbouw, maar niets is minder waar.

Sinds de scheiding van haar ouders stond ze altijd klaar om haar vader Leo Dox bij te springen, niet alleen in de melkput, maar ook in de stal en op het veld. Leo steekt ook niet onder stoelen of banken dat hij trots is op zijn dochter: “Silke heeft lef en een echte werkersmentaliteit. Ik kan altijd op haar rekenen, want we melken al jaren met z’n tweeën. Ik ben ervan overtuigd dat veel boerendochters het in zich hebben om het ouderlijk bedrijf over te nemen, maar ze moeten natuurlijk de kans krijgen.”

dfd
Liever thuis

Leo Dox is gezegend met drie dochters: Jolien, Silke en Sietse. Alle drie weten ze wat werken is en ze hebben de taken in huis netjes verdeeld. Silke kiest als enige voor een toekomst op het ouderlijk bedrijf: “Dit is mijn leven, al van kleins af aan. Eigenlijk wou ik na het middelbaar al thuisblijven om te helpen, maar mijn ouders hebben me gestimuleerd om toch eerst in Geel de bachelor Agro- en biotechnologie te volgen.” Sinds juli is Silke voltijds aan het werk als zelfstandig helper in het melkveebedrijf van haar vader in Ham. En dat loopt goed. “Eindelijk kan ik me helemaal toeleggen op boeren, want de combinatie met studeren was niet gemakkelijk. Ik kon me soms moeilijk wakker houden op de schoolbanken, want ik was altijd al van 5 uur ’s ochtends wakker om te helpen melken. Ik had ook vaak het gevoel dat ik thuis veel nuttigere dingen kon doen dan op school. Maar ik ben wel blij dat ik mijn opleiding afgerond heb, want ik heb er ook dingen geleerd die belangrijk kunnen zijn voor de toekomst van ons bedrijf.”

Stokken in de wielen

Leo en Silke werken samen aan die toekomst. “We hebben zopas met het hele gezin een goed gesprek gehad, want Silke en ik willen graag een maatschap oprichten”, vertelt Leo. “Het is belangrijk dat Jolien en Sietse hun zus dat gunnen en dat doen ze ook. Ik vind het cruciaal dat we goed blijven overeenkomen.”

“Als we hier niet meer mogen boeren, waar dan nog wel?"

Maar nu Silke thuis aan de slag is en ze twee inkomens uit het bedrijf moeten halen, is een uitbreiding nodig. Aangezien Leo rugklachten heeft, overwegen hij en Silke een uitbreiding naar tweehonderd melkkoeien en een overstap naar robotmelken. “De vergunning is aangevraagd, maar één buur met een juridische achtergrond steekt stokken in de wielen”, zucht Silke. “Ons bedrijf ligt op het einde van de straat en we hebben geen nabije buren. We komen met alle buurtbewoners goed overeen, we beperken alle mogelijke overlast tot een minimum en we hebben een groene PAS-brief. Ons bedrijf is kraaknet. Als we hier niet mogen boeren, waar dan nog wel?”

gbg
Mogen we nog melken?

Afhankelijk van wanneer de vergunning er komt, wil de familie ook nadenken over de melkerij waarmee ze in de toekomst in zee gaan. “We waren lange tijd zeer trotse leveranciers bij Danone, maar ze hebben ons laten weten dat ze onze extra melk niet willen. Op zich begrijpen we dat wel, maar de manier waarop de melkerij vandaag communiceert, heeft het vertrouwen van de boeren zwaar geschonden”, klinkt het. “Hopelijk weten we snel waar we aan toe zijn met onze vergunning en kunnen we beginnen met de uitbreiding. Het is lastig dat we in het ongewisse blijven, want we kunnen niet wachten om het bedrijf samen verder uit te bouwen.”

Bron: Nele Kempeneers.