“Ik zie mezelf niet als stadslandbouwer”

Neerpede is het laatste grote landelijk gebied in het Brussels Gewest. Laat ons zeggen: de groene long van de oprukkende stad. Op een boogscheut van het opleidingscentrum van voetbalclub Anderlecht ligt de Neerpedehoeve. Koen Heymans nam begin 2023 het bedrijf van zijn ouders over en ook al zou hij zichzelf geen stadslandbouwer noemen, is hij volgens de meest recente typologie van de EFUA (zie dossier stadslandbouw met interview) het wel degelijk.

Koen is door zijn overname de tweede generatie op het bedrijf. Koens vader en moeder, Michel Heymans en Marie-Paule Van Hulle, zijn beiden afkomstig van een landbouwbedrijf. Halfweg de jaren 80 startten zij met Hoeve Heymans toen ze een bedrijf konden overkopen van een koppel zonder overnemers. Als je op het bedrijf rondloopt kan je niet ongemerkt langs de verzameling oude en nieuwere John Deere-tractoren passeren. “Mijn vader is inderdaad altijd fan geweest, er zal hier niet snel iets anders op het bedrijf aangekocht worden. Hij heeft vroeger landbouwmechanica gestudeerd en heeft dus zelf veel aan machines gesleuteld. Dat gaat ondertussen wat moeilijker, mede doordat er tegenwoordig natuurlijk heel veel elektronica mee gemoeid is. Zonder een computer moet je de dag van vandaag niet meer proberen om ergens zelf aan te sleutelen.”

sfd
Nieuwe melkstal met robot

De Neerpedehoeve telt 95 melk- en kalfkoeien met bijbehorend jongvee. In totaal wordt zo’n 60 ha land bewerkt waarop mais, spelt, gerst en luzerne staan, nog aangevuld met gras en grasklaver. Toen Koen de boerderij overnam, is er wel een en ander veranderd. Hij veranderde de naam van Hoeve Heymans naar Neerpedehoeve en kort nadat hij de boerderij effectief overnam, startte de bouw van een nieuwe melkstal. Daar werd vanaf januari 2024 gestart met robotmelken. “We hebben eerst nog een periode de koeien in de nieuwe stal enkel maar gehuisvest, terwijl we nog molken in de oude melkstal. Ondertussen werd de robot in de nieuwe stal geïnstalleerd. Vandaag melken we trouwens nog altijd een 25-tal koeien uit de oude potstal in een twee maal drie tandem.”

Hoevewinkel met verse producten

Koens moeder Marie-Paule heeft verpleegkunde gestudeerd en eerst ook in die sector een job gevonden. Rond de eeuwwisseling is ze gestopt als verpleegkundige om mee thuis aan de slag te kunnen. In de loop der jaren begon ze heel kleinschalig met wat thuisverkoop. Dat is uiteindelijk uitgegroeid tot een hoevewinkeltje waar de eigen rauwe melk verkocht wordt. “We verkopen nu ook eieren en aardappelen van collega-landbouwers, maar verkopen ook seizoensgebonden nog wat groenten en fruit. In de zomer verkopen we ijs van onze eigen melk, die we door iemand anders laten maken. In het voorjaar van 2023 werd onze winkel uitgebreid met een automatenshop waar je naast aardappelen en eieren, ook verse, frisse, rauwe melk uit de automaat kan kopen. Veel mensen uit de stad komen graag naar deze groene rand van de stad om te wandelen en ontdekken zo onze hoevewinkel. We zijn ook actief op sociale media om extra reclame te kunnen maken, maar daar moet ik binnenkort toch wat extra tijd en moeite in investeren. Je merkt wel dat het tegenwoordig echt loont om via deze weg de buurtbewoners gemakkelijk te bereiken.”
 

Hopelijk geeft het beleid onze investeringen van de voorbije jaren de kans om toch te kunnen renderen.

Boeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Hoewel Koen zich niet als standslandbouwer zou bestempelen, valt hij wel onder die term. Hij merkt wel dat het interessant is voor de thuisverkoop om dicht bij een stad te zitten. “Er wordt op die manier wel een soort band opgebouwd met de omgeving. Mensen vinden het aangenaam om naar de boerderij te komen en te kunnen zien vanwaar hun product komt. Het is voor ons natuurlijk een voordeel dat de consumenten tot bij ons komen en we kunnen verkopen van op onze boerderij, maar daarnaast drijven toch ook wel enkele pijnpunten boven. Doordat we op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest boeren, vallen we onder een andere wetgeving. Het grootste nadeel hiervan is dat ik geen aanspraak kan maken op VLIF-steun. De investering van de doorsnee stadslandbouwinitiatieven zijn van een andere grootteorde dan de investeringen die wij op onze boerderij doen als we bijvoorbeeld een nieuwe melkstal zetten. Er bestaat in Brussel wel een soort subsidieplatform, maar dat is heel klein en voor ons dus niet toereikend. Als je verder dan weet dat het Brussels Gewest tegen 2030 een totaalverbod op gewasbeschermingsmiddelen op de landbouwgronden wil invoeren, dan snap je wel dat we grote problemen op ons af zien komen eens dit effectief werkelijkheid zou worden.”

jy
Voetbal werd Groene Kring

Koen heeft lange tijd gevoetbald, maar toen het moeilijk te combineren werd met studies en het werk op de boerderij, is hij daar wijselijk mee gestopt. “De combinatie met het bedrijf zorgde ervoor dat mijn tijd voor het voetbal vrij beperkt werd, maar anderzijds is het natuurlijk ook een verhoogd risico op blessures waardoor het werk thuis zou blijven liggen. Ik ben ondertussen wel bestuurslid bij Groene Kring Oost-Pajottenland. We proberen met ons gewest zowel landbouwgerelateerde als ontspannende activiteiten te organiseren. Op een bestuursvergadering merk je vaak dat het leuk kan zijn om eens af te wijken en gewoon wat te kunnen praten over de spreekwoordelijke ‘koetjes en kalfjes’. Het brengt sowieso een grote meerwaarde om dankzij Groene Kring eens weg te zijn van je boerderij en over iets anders te kunnen praten. Dat kan ik gelukkig ook met mijn vriendin Fedra. Ze heeft niet meteen interesse om mee in het bedrijf te stappen, maar is wel geïnteresseerd in wat ik doe en redeneert vaak met me mee. Ik vind het bovendien super voor haar dat ze haar eigen interesses en ambities heeft en daar zelf ook volledig voor gaat.”

sfd